Ik schep me een beeld. Vermengde werkelijkheid met parallelle boekenwerelden. Boeken zijn zielen. Zodra je oog hebt voor het boek wat jou uitkiest. Zodra de zinnen gelezen worden, leeft de ziel. De zielen. Het sleurt je mee, vermengt realiteit met andere waarheid. Verwarrend, verwarmend.
Het past. De Graaf van Monte Cristo, de wereld van Albert de Moncerf. Het is dezelfde als hem die ik ontmoeten zal. In gedachten op verschillende plekken. De conversaties duizend keer gevoerd. Ik zal stil vallen of het tegenovergestelde zijn. Angst voor wat komen gaat. Angst voor een zielsverwant. De kans is klein en ik verpest haar vast.
Ik stuur berichtjes over rare dromen. Ze waren er ook. Maar hoe zinloos en bewaar ze voor de aparte stiltes die komen gaan. Ik verpest het.
De overeenkomst wordt duidelijker. Moncerf en hem die ik ontmoeten ga. Het is zinloos. Het is frans. Het is opgelegd. Het is ergens onontkoombaar.
Het zal nooit zo zijn als Monsigneur. Het spel van de engel en altijd aanwezig. Of de duizend deuren, het verdriet van een steppewolf.
Dat sluimerende
de aparte stiltes die komen gaan …..
Of de drukke zinnen om ze te verbergen